Menu
Sportvoeding

Water of sportdrank?

Wanneer u een half uurtje naar de sportschool gaat heeft u geen sportdrankje nodig. Water drinken is dan voldoende. Maar wanneer u een fanatieke sport(st)er bent kunnen sportdrankjes wel nut hebben!

Voor mensen die langer dan een half uur sporten is water nog steeds goed, alleen verdunt het bloed wanneer u teveel water inneemt. Ook verhoogt het de urineproductie. Een sportdrank is daarom geschikter voor intensieve sporten, zoals bijvoorbeeld een (halve) marathon.

Sportdrankjes bevatten meer zout en minder suiker dan frisdrank. Omdat ze minder geconcentreerd zijn worden ze makkelijker door de darmwand opgenomen in het bloed. Het suiker- en zoutgehalte van het bloed wordt wordt sneller aangevuld en de vochtopname verloopt sneller. In tegenstelling tot frisdranken krijg je bij sportdrankjes niet dat opgeblazen gevoel.

Suiker is de grootste energieleverancier van de spieren. Wanneer u zich langer dan één uur inspant, zorgt dat voor een suikertekort. Sportdranken helpen niet alleen tegen uitdrogen, ze vullen ook de suikervoorraad in de spieren weer aan.  Tijdens het sporten verliest u gemiddeld een liter vocht en een hoop zouten. Het is dus noodzakelijk dat u tijdens het sporten drinkt!  Bij inspanningen van een half uur (of korter) is het risico op uitdroging erg klein, u kunt dan gerust na afloop drinken. Een tekort aan vocht zorgt dat de spieren slechter functioneren. U heet kans op krampen en gaat er minder door presteren.