Rubriek

Zorg

Rubriek

Praktische gids geeft eenzaamheid bij ouderen een gezicht en helpt professionals bij het ontwikkelen van succesvolle campagnes

Jaarlijks worden er honderden projecten en campagnes bedacht om eenzame ouderen te bereiken. Vaak treffen deze nauwelijks doel omdat ze, onbedoeld, over de hoofden van de mensen gaan. Communicatiestrateeg Alet Klarenbeek biedt met haar boek ‘Ik ben niet eenzaam’ een praktische gids voor professionals die effectiever willen communiceren en hun doelgroep daadwerkelijk willen bereiken en betrekken.

‘Ik ben niet eenzaam’ geeft uiteenlopende en herkenbare voorbeelden, inspirerende cases en onverwachte dwarsverbanden die ouderen én hun gevoelens een gezicht geven. Het boek maakt duidelijk dat het niet om het thema eenzaamheid gaat, maar om eenzame mensen.

Eenzaamheid is een lastig onderwerp

In het boek worden de vele facetten van eenzaamheid belicht. Eenzaamheid is niet van iemands gezicht af te lezen, het kent meerdere gedaantes en is vaak bedekt met een laag schaamte. Dat maakt het ook moeilijk om deze doelgroep te bereiken. Daarom geeft de auteur ook praktische tips voor het uitwerken van een succesvolle campagne: hoe schrijf je sterke teksten, waar moet de vormgeving aan voldoen en wat zijn goede communicatiemiddelen?

Diversiteit en inclusie

In ‘Ik ben niet eenzaam’ is ook uitgebreid aandacht voor migrantenouderen en lhbtiqa+-ouderen. Deze kwetsbare groepen kunnen ieder een heel specifieke soort eenzaamheid ervaren. De auteur schetst de achtergronden, geeft inzichten en concrete tips om deze ouderen te bereiken.

Over de Auteur

Alet Klarenbeek is communicatiestrateeg, programmamaker en specialist op het gebied van ouderencommunicatie. Ze werkt voor de overheid, cultuursector en maatschappelijke organisaties. Als oprichter van ouderenplatform UP! staat ze dagelijks in contact met ouderen. De afgelopen jaren is ze actief binnen het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid, onder andere als samensteller van de landelijke HOE DAN?-werkconferenties van het ministerie van VWS. Alet biedt met dit boek een heldere handleiding om ouderen te bereiken en projecten (nog) succesvoller te maken, zodat alle inspanning en uitgaven niet voor niets zijn geweest.

Bron: AletKlarenbeek.nl

Het is niet altijd gemakkelijk als je werkzaam bent in de zorgsector. Wat dat betreft kan NurseStation, het platform voor zorgverleners je erg veel bieden. Sterker nog; je kunt zelf bijdragen aan dit platform door heel gemakkelijk jouw eigen ervaringen en emoties te delen.

Werken in de zorg is dankbaar maar geestelijk ook best zwaar werk

Werken in de zorg is zeer dankbaar werk. Het is echter ook een baan waarin je te maken krijgt met de meest intieme momenten van mensen. Er is liefde, verdriet, opluchting en ook onbegrip. Dat doet iets met jou als verzorgende en je hebt niet altijd de gelegenheid om iets met jouw eigen gevoelens en vragen te doen. Precies daarvoor is dit platform opgericht. Het platform is overigens bedoeld voor mensen die te boek staan als professionals in de zorg, Het kan dan gaan om verpleegkundigen en verzorgenden die ervaring hebben in het ziekenhuis, de gehandicaptenzorg, GGZ, de thuis- en ouderenzorg en hospices. Zeer breed dus.

NurseStation is het platform voor mensen die in de zorg actief zijn

Werken in de zorg maakt indruk. Het kan je aan het denken zetten. Op het platform vertellen mensen die in de zorg werken hun verhalen. Zo leer je al snel dat je niet de enige bent die met bepaalde gevoelens te maken krijgt. Wat dat betreft kun je best stellen dat NurseStation zorgt voor mensen die in de zorg actief zijn.

Je kunt zelf ook ervaringen en herinneringen delen op het platform

Er is van alles te lezen en leren op het platform voor zorgverleners. Mensen delen er hun ervaringen en herinneringen, en die hebben vaak raakvlakken met de zaken waarmee jij te maken krijgt tijdens jouw werk. Er is aandacht voor het leven naast het werk in de zorg en je kunt de vakkennis vergroten door vragen te stellen over vakkennis. Ook kun je op het platform terecht voor zaken als loopbaanadvies en je vindt er zaken die je motiveren en vooral ook amuseren. Er is sprake van een eigen community. Dat wil zeggen dat je ook actief deel kunt nemen en jouw eigen verhalen en herinneringen met andere mensen in de zorg kunt delen. Het is goed om zaken van je af te schrijven en te delen en om je als verzorgende te blijven ontwikkelen. Dat kan dus allemaal via het platform; een must voor iedereen die in deze sector actief is.

Er is geen werkveld waarin communicatie niet belangrijk is. In de zorg is dit dan ook zeker het geval. Zo dient er zowel met de patiënten gecommuniceerd te worden als met andere zorginstellingen, maar ook onderling tussen doktoren. Omdat het in dit geval om de gezondheid van mensen gaat is het ontzettend belangrijk dat deze communicatie op de juiste manier verloopt. Een verkeerd gelopen communicatie uiting kan namelijk resulteren in een fout omtrent de medicatie of de zorg die iemand nodig heeft. Dit dient uiteraard te alle tijde voorkomen te worden. Omdat dit zo belangrijk is geven we je in deze blog twee tips die de communicatie binnen jouw zorginstelling kunnen verbeteren!

Online communicatie

Het grootste voordeel van online communicatie binnen een zorginstelling is de directheid van de communicatie. Het grootste nadeel van online communicatie ten opzichte van offline communicatie is dat je het stukje lichaamstaal bij de online communicatie mist. De boodschap dient dan ook extra duidelijk te zijn. Zo duidelijk dat deze zonder de toevoeging van lichaamstaal goed te begrijpen dient te zijn. Dit geldt zowel voor de interne als externe online communicatie. We raden iedere zorginstelling het overigens aan om hierin te werken met één online systeem. Een systeem zoals het systeem van dbf kan jou namelijk helpen met het verwerken, uitvoeren en documenteren van de communicatie. Je weet namelijk maar nooit wanneer je een gesprek weer in wilt zien of terug moet lezen!

Offline communicatie

Het grootste nadeel van offline communicatie ten opzichte van online communicatie is dat je ergens fysiek aanwezig moet zijn om de boodschap over te brengen. Toch is offline communicatie binnen een zorginstelling enorm belangrijk. Je kunt namelijk middels emotie en lichaamstaal een (pijnlijke) boodschap bijvoorbeeld verzachten. Het is dan ook belangrijk dat de skills wat betreft de offline communicatie op peil worden gehouden. Dit kun je doen door middel van trainingen voor het personeel. In de trainingen leert het personeel hoe ze op de beste manier met klanten en/of patiënten kunnen communiceren. We raden het  iedere zorginstelling dan ook aan om deze trainingen met regelmaat in te plannen!

Een traumahelikopter is een vervoersmiddel dat snel kan worden ingezet en patiënten snel kan vervoeren. Een traumahelikopter wordt niet zomaar ingezet.  Er zijn een aantal criteria voor het inzetten van de helikopter. Benieuwd wanneer een traumahelikopter wordt ingezet? U leest het hier.

Criteria voor het inzetten van een traumahelikopter

De belangrijkste reden om een traumahelikopter in te zetten is om een arts en een verpleegkundige zo snel mogelijk te vervoeren naar de plaats waar spoedeisende hulp nodig. Een traumahelikopter is geen vervanging voor een ambulance maar een aanvulling. De Traumaheli wordt ingezet wanneer de volgende criteria van toepassing zijn:

  • Meerdere ernstige slachtoffers
  • Ernstig ongeluk
  • Verkeersongeluk met hoge snelheid
  • Val van hoogte
  • Schiet of steek wonden
  • Verbranding
  • Verdrinking en onderkoeling
  • Reanimatie kind

Mobiel Medisch Team

De bemanning van de traumaheli heet het mobiel Medisch team, afgekort MMT. Het MMT wordt op 2 manieren ingezet. 1 op basis van een melding die een centralist binnenkrijgt via de meldkamer. Bij een 112-oproep kan de centralist bepalen of het MMT ook wordt ingezet. 2 wanneer het incident op locatie ernstiger lijkt dan in eerste instantie werd verwacht. Op verzoek van het ambulancepersoneel kan de centralist als nog de traumaheli inzetten.

Luchtvaartwetgeving

Het ziekenhuis of helitraumacentrum is verantwoordelijk voor het juiste gebruik van de helikopter. De medische staf zal de noodzaak van het inzetten van de helikopter bepalen. Zowel voor vluchten met medische urgentie als medische noodzaken moet de helikopter de vliegvoorschriften vanuit de luchtvaartwetgeving toepassing. De vliegvoorschriften gaan over het veilig vliegen en het per locatie voorkomen van hinder.

De Traumaheli kan samen met de ambulance snel ter plaatse zijn. Ter plaatse wordt bepaald of een patiënt met de helikopter of de ambulance naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis wordt vervoerd.

Wanneer u thuis niet alles zelf meer kunt doen wordt de thuishulp ingeschakeld. De meeste mensen moeten er nog niet aan denken om naar een verzorgingshuis te gaan en willen langer thuis blijven wonen. Thuiszorg kan u hierbij helpen bij kleine dingen die niet door iemand anders vervuld zou kunnen worden. Als u kinderen heeft zouden zij u kunnen helpen maar wanneer dit niet mogelijk is staat thuis hulp voor u klaar.

Verschillende vormen van thuishulp

Iedereen heeft weer andere behoeftes en ook een andere reden om thuiszorg in te schakelen. Het kan komen door een ongeluk, chronische ziekte of ouderdomsklachten. Er zijn daarom ook verschillende vormen van thuis hulp zodat u minder zorgen heeft.

  • Persoonlijke verzorging: Hulp met bijvoorbeeld opstaan, aankleden en douchen.
  • Verpleegkundige zorg: Dit kan zijn bij het verzorgen van een wond, injecties geven of het verzorgen van infusen.
  • Huishoudelijke zorg: Hulp om uw huis op orde te houden zoals stofzuigen, dweilen en ramen wassen.

Hoe kunt u thuiszorg inschakelen?

Wanneer u toch wat hulp nodig heeft kunt u de gewenste zorg aanvragen via de gemeente. U zult dan een gesprek met de wijkverpleegkundige of huisarts hebben om de juiste zorg vast te kunnen stellen. Zo bepalen ze ook hoeveel hulp u nodig heeft. Is dit dagelijks of extra hulp in huis 1x per week. U moet dan ook erkennen dat u hulp nodig heeft. Vaak blijven we te lang zelf dingen doen terwijl dit helemaal niet meer gaat. Het is dan fijn dat de juiste mensen er zijn om u die hulp te geven.

Wie betaalt de thuiszorg?

Tegenwoordig worden de kosten voor thuiszorg gedekt door de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar zal deze kosten dan ook dekken maar in sommige gevallen dient u wel de eigen risico te betalen. In de meeste gevallen zal een wijkverpleegkundige ingeschakeld worden voor uw thuiszorg dit is dan ook gedekt door uw zorgverzekeraar.

Wacht niet te lang om de juiste hulp in te schakelen. Ga in gesprek met verschillende mensen en laat u adviseren of dit een verstandige keuze is.

Van jong tot oud, we zijn allemaal mensen en we verschillen allemaal van elkaar. Daar is niets mis mee. Kinderen hebben de zorg van hun ouders nodig en moeten zich daarbinnen vrijelijk kunnen ontplooien. Bent u al op leeftijd, een senior, dan kan zorg op een andere wijze weer relevant worden. Want misschien gaat het niet meer zo gemakkelijk en komt u toch weer in een fase terecht waarin u een beroep moet doen op anderen om geheel of gedeeltelijk voor u te zorgen. Het is echter van belang dat u nog steeds kunt leven met het gevoel van vrijheid en onafhankelijkheid waar u altijd zo aan gehecht was.

Misschien bent u nog niet toe aan verpleeghuiszorg, maar kunt u wel wat extra ondersteuning gebruiken. Langer thuis wonen is vandaag de dag weer heel gewoon. Ooit werden verzorgingstehuizen ook wel bejaardenhuizen genoemd en die bejaardenhuizen hebben een wat negatief imago. Niet iedere oudere voelde zich in dat concept even sterk thuis. In een latere fase, zo medio jaren 90, is het beleid er veel meer op gericht geraakt om mensen langer zelfredzaam te houden en indien mogelijk gewoon thuis te laten wonen.

Verschil verzorgingstehuis en verpleeghuis

Het hedendaagse verpleeghuis komt het dichts bij het bejaardenhuis van weleer in de buurt. In een verpleeghuis is sprake van intensieve zorg. Veel bewoners kunnen daar vrijwel niet meer voor zichzelf zorgen. Een verzorgingstehuis daarentegen is een plek waar u veel meer vrijheid zult ervaren en een beperkte mate van bemoeienis door verzorgers. U krijgt hier en daar wat ondersteuning wanneer u daarom vraagt en kunt de dingen hoofdzakelijk toch allemaal behoorlijk op uw eigen manier doen. Aan een gevoel van vrijheid hoeft u niet in te boeten.

Zaken waarmee u hulp kunt verwachten zijn persoonlijke verzorging, schoonmaak en huishoudelijke taken, zoals het bereiden van uw maaltijden. Maar ook indien u wilt, kunt u deelnemen aan gezamenlijk activiteiten. Het mag allemaal maar moet absoluut niet. Een verzorgingstehuis is er sterk op gericht om ouderen een thuisgevoel te geven waar men zich op de oude dag prettig kan voelen. Toch is het wel aan te raden om de interactie met andere ouderen te zoeken. Dat houdt u als senior gezond en sociaal.

Een gelukkige oude dag

Verzorgingstehuizen

Wanneer een oudere persoon naar een verzorgingstehuis gaat is het belangrijk dat ook de familie betrokken wordt. Die kent deze persoon immers goed en hoewel de medewerkers van een verzorgingstehuis er alles aan zullen doen om de bewoner zich thuis te laten voelen, is het voor iemand op leeftijd een hele grote stap om te verhuizen. Veel oudere mensen hebben jarenlang in dezelfde omgeving gefunctioneerd. Dat is vertrouwd en geeft houvast. Maar wanneer die directe, gestructureerde woonomgeving plots verandert, dan kan dat een flinke impact hebben op de gemoedstoestand.

Gelukkig zijn er veel goede verzorgingstehuizen in Nederland waar mensen terecht kunnen, meestal ook in de directe omgeving waar zij al woonachtig zijn. Op die manier kunnen zij doorgaan met hun hobby’s, blijft de kennissenkring gehandhaafd en voelen zij zich ook buiten het verzorgingstehuis vertrouwd. Een voorbeeld van een verzorgingstehuis met een uitstekende reputaties is Respectzorg: een verzorgingshuis dat specialist is op het gebied van ouderenzorg in de regio Den Haag.

Het is voor ouderen natuurlijk erg fijn dat de verzorgende van de thuiszorg hun huis binnen komt om te helpen met aan- of uitkleden, wassen of wondverzorging. Echter, het feit dat iemand van thuiszorg zomaar naar binnen kan wandelen betekent wel dat ook dieven of inbrekers binnen kunnen komen. De laatste jaren horen we steeds vaker over geweldpleging en inbraak bij ouderen die gebruik maken van de thuiszorg. Daarom krijgt veiligheid in de thuiszorg nu de prioriteit.

De gevaren bij thuiszorg

Wanneer mensen gebruik maken van thuiszorg, zijn er een aantal risico’s die daarmee gepaard gaan. Deze risico’s maken het voor inbrekers, dieven of geweldplegers gemakkelijker om deze mensen te beroven:

  • Omdat mensen van thuiszorg gemakkelijk naar binnen moeten kunnen, hebben ze een sleutel van het huis nodig. Als deze sleutel wordt gestolen, kan een dief er zo mee naar binnen komen.
  • Ouderen moeten de deur opendoen voor mensen van de thuiszorg, die ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat nog komen. Soms blijkt dat het niet degene van thuiszorg is die voor de deur staat…
  • Mensen die zorg nodig hebben wonen vaak alleen. Ze kunnen zich niet verdedigen als een kwaadwillend persoon binnen komt.
  • Er werken mensen in de thuiszorg die weleens iets van hun cliënten stelen.

Stappen die de thuiszorg kan ondernemen

Uiteraard dient de thuiszorg haar werknemers te screenen om te zien of ze wel betrouwbaar zijn. Toch valt diefstal van werknemers niet altijd te voorkomen: je kunt niet iedereen 100% screenen. Er zijn echter meer dingen die gedaan kunnen worden om veiligheid in de thuiszorg te bevorderen. Zo kan worden gekozen voor een centrale sleutelkast waarin de medewerkers de sleutels van hun cliënten en hun eigen sleutels kunnen bewaren. De sleutels zijn hier veilig en kunnen zo niet kwijtraken of gestolen worden. Ook kan de thuiszorg een rol spelen in de stappen die een hulpbehoevende neemt in de beveiliging thuis.

Beveiliging bij mensen thuis

Veel thuiszorg instanties werken al met een toegangssysteem waarbij de verzorgende door middel van een code bij iemand kan binnenkomen. Ook is het mogelijk dat de thuiszorg bij mensen thuis een sleutelkast laat installeren, zodat de verzorgende daar de sleutel kan opbergen en toch gemakkelijk binnen kan komen. Mensen zelf kunnen de beveiliging thuis verbeteren door het aanschaffen van een kluis waar hun waardevolle goederen in worden opgeborgen. Er zijn genoeg voordelige kluizen te vinden die diefstal van spulletjes voorkomen. Verder wordt ouderen aangeraden een camera bij de voordeur te hangen, zodat ze kunnen zien wie er aanbelt voordat ze de deur open doen. Door de deur alleen te openen als er bekenden voor de deur staan, wordt ook veel ellende voorkomen.

Er zijn verschillende maatregelen die de thuiszorg kan nemen om de beveiliging te verbeteren. Verder dient de verzorgende van de thuiszorg zijn/haar cliënten ook te informeren over de verschillende mogelijkheden. Zo kan de thuiszorg mensen ook helpen hun beveiliging thuis op orde te krijgen en er eventueel een hulpmiddelen vergoeding voor aan te vragen. Inbraak, diefstal en bedreigingen kunnen zo tot een minimum beperkt worden en de veiligheid in de thuis is weer gegarandeerd.

Een verblijf in het ziekenhuis is nooit prettig. Maar voor kwetsbare ouderen is het vaak extra vervelend. Kwetsbare ouderen lijden doorgaans aan meerdere aandoeningen tegelijkertijd en dit maakt hun situatie binnen het ziekenhuis bijzonder. Hun specifieke behoeften staan nog vaak te weinig centraal. Op dit moment bestaat de ziekenhuispopulatie voor bijna 60 procent uit senioren. En het aantal senioren dat een beroep moet doen op ziekenhuiszorg zal de komende jaren alleen maar verder toenemen.

De samenwerkende ouderenorganisaties Unie KBO, PCOB, NOOM en NVOG willen dat ziekenhuizen meer rekening houden met de ongemakken en beperkingen van ouderen. Op donderdag 26 januari aanstaande wordt bij de Unie KBO in ’s-Hertogenbosch de aftrap gegeven voor het project ‘keurmerk seniorvriendelijk ziekenhuis’. De samenwerkende organisaties gaan de komende tijd alle 137 ziekenhuislocaties screenen op seniorvriendelijkheid. Dit gaat uiteindelijk leiden tot een officieel keurmerk seniorvriendelijke ziekenhuizen, met als uiteindelijke doel de ziekenhuiszorg voor kwetsbare ouderen te verbeteren. Ziekenhuizen die zich nu al goed richten op kwetsbare ouderen, kunnen zich met dit keurmerk onderscheiden.

De ouderenorganisaties staan niet alleen in hun mening dat de zorg voor kwetsbare ouderen in ziekenhuizen onvoldoende is. Ook de medisch specialisten binnen het KNMG geven aan dat ziekenhuizen niet goed zijn voorbereid op de vergrijzing. Maar liefst 10 tot 15 procent van de oudere patiënten gaat er in het ziekenhuis op achteruit in plaats van vooruit, aldus de KNMG in een rapport van april 2010.

Een vast contactpersoon en aanspreekpunt, de beschikbaarheid van een geriatrisch team, de mogelijkheid om meerdere consulten op dezelfde dag te plannen en een duidelijke bewegwijzering in het ziekenhuis. Het zijn zaken die voor kwetsbare ouderen van groot belang zijn en waar op dit moment nog te weinig oog voor is in ziekenhuizen. In een seniorvriendelijk ziekenhuis wordt rekening gehouden met de behoeften van kwetsbare ouderen én hun mantelzorgers.

Ouderen zelf worden nadrukkelijk betrokken bij het project. De samenwerkende organisaties gaan ook zogenaamde seniorscouts opleiden, die alle ziekenhuizen in Nederland gaan bezoeken om op een aantal zichtbare punten te screenen.

Het keurmerk wordt ontwikkeld door de Unie KBO, PCOB, NOOM (Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten), de NVOG (Nederlandse vereniging van Organisaties van Gepensioneerden) en onderzoeksbureau MediQuest. De eerste resultaten worden nog dit najaar verwacht.

Een nieuwe aanpak in verzorgingshuizen leidt tot hogere kwaliteit van zorg tegen beperkte kosten voor de maatschappij. Dit concludeert huisarts/specialist ouderengeneeskunde Marijke Boorsma die samen met onderzoekers van EMGO+ instituut keek naar de effecten van een nieuw zorgmodel in verzorgingstehuizen. Zij promoveert vrijdag 20 januari bij VU medisch centrum. 

Door de toenemende druk op de kwaliteit van zorg is in verzorgingstehuizen een nieuwe zorgmodel gestart. Een van de belangrijkste elementen is dat het verzorgend personeel regelmatig de gezondheidsproblemen en behoeften van de bewoners in kaart brengt. Hiervoor gebruiken ze de internetapplicatie van een wereldwijd gebruikt instrument het ‘Resident Assessment Instrument (RAIview). Dit is een vragenlijst waarmee de verzorgende op 18 geselecteerde gebieden problemen kan signaleren. Het instrument geeft advies over passende zorgacties. De verzorgende maakt samen met de bewoner een zorgplan en afspraken over eventuele acties. Ook vindt aan de hand van de uitkomsten van RAIview een multidisciplinair overleg plaatsvindt tussen verzorgenden, huisarts, specialist ouderengeneeskundige en anderen zorgverleners. Tenslotte biedt RAIview middels 32 kwaliteitsindicatoren aan managers inzicht in de kwaliteit van zorg in hun huis vergeleken met andere huizen.

De interventiehuizen scoorden op 30 van de 32 gemeten kwaliteitsindicatoren voor zorg beter (waarvan 11 significant) dan de huizen in de controlegroep. De bewoners in de interventiehuizen beoordeelden de kwaliteit van zorg positiever dan de bewoners in de controle huizen. De verzorgers en huisartsen waren tevreden met deze nieuwe aanpak. Ze gaven aan zich meer betrokken te voelen bij de bewoners en meer toegerust te zijn voor hun zorgtaak.

Het onderzoek werd uitgevoerd in tien verzorgingshuizen van zorgorganisatie Omring in de regio Westfriesland. Inmiddels is het nieuwe zorgmodel verder uitgerold in andere verzorgingshuizen. Meer informatie over het nieuwe zorgmodel en een film over het project is te vinden opwww.nedrai.nl .

 

Bron: VU

Pin It