Menu
Kinderen

Grote verschillen in gezondheid van Europese tieners

Volgens de studie van de Health Behaviour in School-aged Children (HBSC), gepubliceerd door het WHO Regional Office for Europe, hebben wijdverspreide sociale ongelijkheden een negatieve invloed op de gezondheid van Europese en Noord-Amerikaanse jonge mensen. Wetenschappers van de vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde van de UGent verzamelden de Vlaamse onderzoeksgegevens.

Verschillen tussen landen

Het rapport onthult belangrijke ongelijkheden tussen landen. Tussen de verschillende landen zijn voor wat betreft het wekelijks roken bij 11-jarigen geen belangrijke verschillen. Dit is echter wel het geval bij de 15-jarigen: meer dan 25% in Oostenrijk en Litouwen rookt wekelijks, maar dit is slechts 10% in Noorwegen en Portugal. In Vlaanderen rookt 16% van de 15-jarige meisjes en 15% van de jongens wekelijks. Dit suggereert dat door veranderingen in het beleid en de sociale omgeving, het rookgedrag van jongeren in de positieve zin kan beïnvloed worden.

Jonge mensen verschillen ook op het vlak van schoolervaringen; 89% van de 11-jarige meisjes uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië gaan graag naar school, in tegenstelling tot 17% in Kroatië. In Vlaanderen gaat 43% van de 11-jarige meisjes graag naar school.

Effecten op lange termijn

Ongelijkheden in gezondheid duiken op of worden erger tijdens de adolescentie, en kunnen zich vertalen in blijvende ongelijkheden tijdens de volwassenheid. De adolescentie is duidelijk een belangrijk stadium voor mentale gezondheid, en in het bijzonder voor meisjes. De tevredenheid met het leven van meisjes daalt tussen de leeftijd van 11 tot 15 jaar. In Polen en Zweden, is dit een daling van ongeveer 15%, in tegenstelling tot 5% bij jongens. In Vlaanderen zijn deze verschillen kleiner met 5% bij de meisjes en slechts 1% bij de jongens.

Daarenboven neemt risicogedrag toe tijdens de adolescentie. Tussen de leeftijd van 11 en 15 jaar neemt het aandeel van jonge mensen die wekelijks roken en drinken toe met 17%. Veel van deze jonge rokers zullen deze gewoonten verder zetten in hun volwassen leven. Op dezelfde manier is seksuele activiteit op jonge leeftijd een belangrijke voorspeller van slechteseksuele gezondheid tijdens de volwassenheid, en van ander risicogedrag tijdens de adolescentie. In de studie rapporteren 26% van de 15-jarigen dat ze seksueel actief zijn. Daarnaast neemt hun gezond gedrag af, zoals ontbijten en het eten van fruit.

Geslachtsverschillen

Jongens en meisjes vertonen verschillende patronen van gezond en ongezond gedrag, vooral op de leeftijd van 15 jaar. Hoewel jongens  van alle leeftijden meer kans hebben om betrokken te zijn in gevechten en pesten, heeft een 15-jarige jongen in Letland meer dan 12 keer de kans om gepest te worden door zijn leeftijdsgenoten dan een meisje in Italië. In Vlaanderen zien we deze verschillen niet.

In Armenië is de kans dat jongens reeds meermaals dronken geweest zijn op de leeftijd van 15 jaar, 5 keer groter dan voor meisjes. In sommige Scandinavische landen en UK hebben 15-jarige meisjes meer kans dan jongens om dronken te zijn enseksuele contacten te hebben. Groenland vormt een uitzondering op het vlak van seksueel gedrag. Daar geeft 71% van de meisjes aan dat ze seks hadden terwijl slechts  46% van de jongens dit aangeven. In de meerderheid van de landen geven meer meisjes dan jongens aan dat ze reeds seks hebben gehad.

Meisjes maken zich meer zorgen over te dik zijn en dieet, maar hebben minder kans op overgewicht dan jongens. Over het algemeen rapporteert 40% van de 15-jarige meisjes dat ze ontevreden zijn met hun lichaam, en 22% zijn op dieet terwijl slechts 10% overgewicht heeft.

Familiale rijkdom

Internationaal is hogere familiale rijkdom geassocieerd met een gezondere levensstijl: meer fruit eten, vaker ontbijten en meer fysieke activiteit. In de meeste landen is een hogere familiale rijkdom ook geassocieerd met betere communicatie met oudersmeer steun van klasgenoten, het aantal dichte vrienden, en betere mentale gezondheid. Voor fysieke activiteit en steun van klasgenoten vinden we dit niet terug in Vlaanderen.

De situatie voor risicogedrag is complexer. In veel landen en regio’s heeft familiale rijkdom minder invloed op rook- en drinkgedrag; andere sociale factoren – zoals de invloed van vrienden – zijn mogelijks belangrijk. Verder komen verwondingenmeer voor bij jongeren in rijkere families. In Finland is er op dit vlak bijna 20% verschil tussen de minst en de meeste welvarende families.

Beschermende factoren

Steun van familie en klasgenoten beschermt jonge mensen tegen negatieve invloeden; wie een goede communicatie met ouders rapporteert, is ook vaak gezonder. Dichte vrienden hebben, en steun van vrienden zijn ook sterke voorspellers van een goede gezondheid. Hoe meer bronnen van steun, hoe meer kans dat jonge mensen een goede gezondheid rapporteren.

Over de studie

Het HBSC-rapport toont aan dat sociale determinanten van ongelijkheden in gezondheid tijdens de kindertijd en adolescentie belangrijk zijn. Door deze sociale ongelijkheden op jonge leeftijd aan te pakken kan ervoor gezorgd worden dat deze ongelijkheden zich niet uitbreiden tot de volwassenheid. Sociaal zwakkere volwassenen hebben immers meer chronische aandoeningen, een slechtere gezondheid in het algemeen, met negatieve gevolgen voor zowel het individu en de samenleving.

Professor Candace Currie, internationaal coördinator van de HBSC-studie, van de Universiteit van St Andrews (UK): “Gezondheidspromotie-programma’s moeten aangepast zijn aan de leeftijd van de jongere, het geslacht en socio-economische verschillen, en moeten ernaar streven om een faire situatie voor alle jonge mensen te creëren.”

De HBSC-studie werd in 2009-2010 uitgevoerd in 39 Europese landen en Noord-Amerikaanse regio’s. 11-, 13- en 15-jarigen werden bevraagd over 60 onderwerpen gerelateerd aan hun gezondheid en welbevinden, sociale omgeving en gedrag. De HBSC-rapporten worden sinds 1996 elke vier jaar uitgegeven.