Menu
Kinderen

Jonge kinderen hebben minder calorieën nodig dan gedacht

Bestaande formules berekenen de hoeveelheid energie die kinderen op 3-4 jarige leeftijd in rust verbruiken niet goed. Zij overschatten dit energieverbruik met 8-19%. Juist bij jonge kinderen met overgewicht geven de formules een te hoge inschatting van wat het kind nodig heeft. Voedingsadviezen die van deze formules gebruikmaken, kunnen dan juist leiden tot nog meer overgewicht. Dit blijkt uit het proefschrift van UMCG-onderzoeker Anna Sijtsma. Haar onderzoek maakt deel uit van de GECKO-studie. Zij promoveert op 25 juni aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Het voorkómen van overgewicht begint al op jonge leeftijd, maar hoe weet je wat een kind van 3 jaar aan calorieën, oftewel energie nodig heeft? Daarvoor zijn formules ontwikkeld. Op basis van de lengte en het gewicht van een kind is te berekenen hoeveel calorieën nodig zijn voor normale groei.

Spieren en vet

De bestaande formules om het energieverbruik in rust te schatten zijn vooral gebaseerd op het gewicht van het kind. Maar volgens Sijtsma hangt het werkelijke energieverbruik samen met de hoeveelheid spieren, de vetvrije massa. Kinderen met overgewicht hebben relatief meer vetmassa dan slanke kinderen. Daarom komt Sijtsma tot de conclusie dat de formules vooral voor de kleinere en heel jonge kinderen het energieverbruik te hoog inschat.
Voedingsadviezen die op de formules zijn gebaseerd, kunnen dan voor nog meer overgewicht zorgen.

Beweging

Sijtsma onderzocht ook de lichamelijke activiteit van nog jongere kinderen. Dat deed ze door onder andere te meten hoeveel tijd zij vrij kunnen bewegen. Kinderen die meer tijd vrij mogen bewegen hadden op de leeftijd van 9 maanden een kleinere buikomvang dan degene die minder lang vrij mochten bewegen. Volgens Sijtsma kan meer tijd om vrij te bewegen bijdragen aan een gezond groeipatroon voor kinderen van 0 tot 1 jaar.

Televisie op de slaapkamer

Sijtsma onderzocht het verband tussen het lichaamsgewicht van kinderen van 3-4 jaar oud en de hoeveelheid tijd die naar een beeldscherm kijken, hoe lang ze slapen, buiten spelen, het hebben van een televisie op de slaapkamer en het aantal televisies in huis. Op basis van de gegevens van 759 kinderen stelde Sijtsma vast dat een korte slaapduur, meer tijd achter een beeldscherm en een televisie in de slaapkamer kunnen bijdragen aan overgewicht op de leeftijd van 3-4 jaar. Meer of minder buiten spelen had op deze leeftijd nog geen invloed.

GECKO

Het onderzoek van Sijtsma maakt deel uit van de langlopende GECKO-studie van het UMCG, het Groningen Expertise Centrum voor Kinderen met Overgewicht. Dit onderzoek startte met ongeveer 2800 kinderen in 2006. De deelnemers worden vanaf hun geboorte gevolgd tot aan de volwassen leeftijd.

Curriculum Vitae

Anna Sijtsma (Dokkum, 1986) studeerde Bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek bij de Afdeling Epidemiologie, de sectie ‘Lifestyle medicine in obesity and diabetes’ en de Afdeling Kindergeneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het onderzoek valt binnen het GECKO Drenthe geboortecohort en het Onderzoeksinstituut SHARE en werd begeleid door prof.dr. P.J.J. Sauer, prof.dr. R.P. Stolk en dr. E. Corpeleijn. Het onderzoek werd gefinancierd door het Edgar Donker Fonds. De titel van het proefschrift is “Physical activity and overweight in young children.”